Home  >  Vraag en antwoord  >  Algemeen

Algemeen

Wat verandert er?

Antwoord: De arrangementen die gemeenten inkopen zijn verfijnd en beter omschreven. De rol van de gemeentelijke toegang wordt daarmee versterkt omdat deze hiermee gerichter kan indiceren op de geconstateerde problematiek. Daardoor is er in de dienstverlening nog meer maatwerk mogelijk. Ook wordt er wordt meer sturing op de resultaten van de ondersteuning aan de burgers mogelijk, waarbij voor de toegang meer draaiknoppen voorhanden zijn. Daarbij gelden er vanaf 2017 gelijke tarieven voor vergelijkbare diensten voor alle zorgaanbieders. Tot 2017 gold per zorgaanbieder een individueel tarief per arrangement. De koppeling van het arrangement aan de looptijd van het kalenderjaar wordt losgelaten en dat leidt tot lagere administratieve lasten.

Voor welke gemeenten gelden nu deze afspraken voor 2017?

Antwoord: Voor de inkoop Jeugd voor heel Zuid-Limburg, met uitzondering van Brunssum voor wat de ambulante jeugdhulp betreft. Voor de ambulante Wmo voor de zes gemeenten in Maastricht-Heuvelland. En voor Wmo Beschermd Wonen koopt de centrumgemeente Maastricht de hulp in voor de Westelijke Mijnstreek en Maastricht-Heuvelland. Hoe dit na 2017 gaat is nog niet duidelijk.

Waarom komen er nieuwe inkoopafspraken met een aangepaste systematiek?

Antwoord: De huidige tarieven lopen 31 december 2016 af. De huidige tarieven zijn gebaseerd op informatie uit 2012/2013 en zijn dus niet meer actueel. Het is dus nodig om nieuwe afspraken te maken. Uit de ervaringen sinds 2015 bleek bovendien dat het nodig was om de huidige arrangementenstructuur verder door te ontwikkelen en te verfijnen. Dit zodat er meer maatwerk mogelijk is in de ondersteuning van onze inwoners. Bovendien was het nodig om de tarieven voor vergelijkbare diensten gelijk te trekken en een oplossing te bieden voor de jaargrensproblematiek.

Hoe gaat dit in zijn werk? Wat is er klaar per 1 januari 2017?

Antwoord: Per 1 januari 2017 kunnen wij zeker van start met de nieuwe indicaties in de nieuwe systematiek. De oude indicaties hebben we dan al zoveel mogelijk omgezet. Als dit nodig is, werken we hier in het eerste kwartaal nog aan. Maar dit is een administratief proces. Onze cliënten zullen hier niets van merken.

Gemeentelijke toegangen kunnen met deze verfijnde arrangementen niet uit de voeten. Zij hebben niet de kennis om dergelijke nauwkeurige indicaties af te geven.

Antwoord: Integendeel. Bij de invoering van de decentralisaties is er bewust voor gekozen om medewerkers met vakkennis bij de toegang in te zetten. Mensen die kennis van en ervaring met het stellen van indicaties hebben. Deze medewerkers zijn nu ook betrokken bij het omzetten van de indicaties vanuit de oude naar de aangepaste systematiek.
Bovendien ontwikkelen we hulpmiddelen die waar nodig en mogelijk hierbij helpen.

Kan de gemeente het wel aan, logistiek en regeltechnisch gezien?

Antwoord: Het is zeker veel werk! Maar we beginnen hier goed voorbereid aan. Er is een zeer open en uitgebreid proces met zogenaamde ontwikkeltafels aan vooraf gegaan. Aan deze tafels werden zorgaanbieders uitgenodigd om mee te denken over de aanpak van de inkoop van zorg en ondersteuning door gemeenten voor 2017. We doen er alles aan om dit te laten slagen.

Hoe kan het dat gemeenten op tarieven gaan korten terwijl er landelijk zoveel overschotten (1,2 miljard ) zijn bij jeugd en Wmo?

Antwoord: Die overschotten zijn het landelijke beeld. Op lokaal niveau zijn er grote verschillen tussen gemeenten en regio’s. In de regio Zuid Limburg komen we behoorlijk tekort op de budgetten 2016 voor Jeugd en Wmo.


Deelnemende gemeenten
Gemeente Eijsden-Margraten Gemeente Gulpen-Wittem Gemeente Maastricht Gemeente Meerssen Gemeente Vaals Gemeente Valkenburg