Antwoord: De invoering van deze methode op zichzelf verandert niets aan de dienstverlening aan cliënten. Dit is in feite een administratief proces waar cliënten niets van mogen merken. Zij blijven dezelfde zorg houden, alleen wordt deze nu anders benoemd en geadministreerd.
Antwoord: Mensen die ondersteuning via Wmo of Jeugdwet krijgen, ontvangen in de volgende gevallen een nieuwe beschikking:
– Als de huidige beschikking afloopt. Is er nog steeds een ondersteuningsvraag? Dan volgt er een (keukentafel)gesprek en eventueel een nieuwe beschikking.
– Als er iets structureel en fundamenteel verandert in de situatie van de cliënt die van invloed is op diens zorgvraag. Dan volgt er een (keukentafel)gesprek en eventueel een nieuwe beschikking.
Als geen van beide situaties zich voordoet volgt er geen nieuwe beschikking. Tenzij de toegang van de desbetreffende gemeente het toch wenselijk vindt de situatie opnieuw te beoordelen. Dit kan per gemeente verschillen.
Antwoord: nee, de beschikking sluit zoveel mogelijk aan op de verwachte zorgduur, terwijl de afrekeningsystematiek een financieringsvraag betreft die de relatie tussen gemeente en aanbieder raakt. De cliënt merkt hier niets van.
Antwoord: er zit een component voor vervoer in het tarief voor de dagbesteding opgenomen. Uitgangspunt is, dat cliënt zijn eigen vervoer regelt en de dagbesteding bij voorkeur dicht bij huis invult. Lukt dit niet dan is de aanbieder aan zet om het vervoer te regelen en te betalen. Een uitzondering geldt echter voor rolstoelvervoer, hiervoor geldt een aparte vergoedingsregeling door middel van een toeslag.